Een dirigent is zoveel meer dan de man of vrouw die voor het orkest staat en de dirigeerstok hanteert. Een dirigent moet zich voorbereiden, de partituur bekijken en doorgronden en op basis daarvan ideeën vormen over hoe de partituur tot klinken kan worden gebracht. Dit proces vergt veel kennis. In deze opleiding is dan ook veel aandacht voor theorievakken zoals; algemene muziekleer, instrumentenleer, analyse, solfège, instrumentatie, harmonieleer, muziekgeschiedenis en de geschiedenis van de blaasmuziek in het bijzonder. 
Als je dan eenmaal voor een orkest staat begint er een ander ingewikkeld proces; hoe de partituur en jouw muzikale ideeën tot klinken te brengen? Daar komt onder anderen een goede  repetitietechniek om de hoek kijken. Hoe ga je vervolgens met een orkest om en stel je een goed en evenwichtig concertprogramma samen? Ook aan deze onderdelen van het dirigeren wordt veel aandacht besteed.
De opleiding duurt daarom drie jaar waarbij elk jaar uit tien volledige zaterdagen bestaat. Daarnaast zullen er per jaar minimaal twee praktijklessen plaatsvinden in de vorm van stages bij gastorkesten. Ook worden er workshops door gastdocenten aangeboden. Na drie jaar zal de opleiding worden afgesloten met een openbaar eindexamen.
Er wordt lesgegeven volgens een geaccrediteerde leerlijn waardoor de opleiding officieel gecertificeerd is.
Het diploma wordt dan ook uitgereikt en ondertekend door de Bond van Orkestdirigenten en Instructeurs.